Liturgie in onderdelen bij elkaar

Wie voor het eerst een viering in onze kerk meemaakt, heeft misschien wel enige uitleg nodig bij het hele gebeuren. Staan, zitten, knielen, zingen, bidden, buigen, lopen, weer knielen… het heeft allemaal z’n eigen plek in de liturgie, maar voor wat meer duidelijkheid aan een nieuwe bezoeker volgt hier het ‘draaiboek’ van een reguliere misviering.

Voor de dienst
Bij binnenkomst worden we ontvangen door een parochiaan die eenieder welkom heet, de deurwachter. Hij deelt de orde van de dienst uit: de gegevens voor die specifieke dienst. Hij of zij kan u ook de kerk- en gezangboeken geven.
Op de orde van dienst staat aangegeven waar u zich op elk moment van de dienst bevindt en waar u in de verschillende boeken de teksten, de lezingen, de gezangen en de misgezangen kunt vinden. Mocht het nog niet geheel duidelijk zijn: schuif gerust aan bij een van de ‘geroutineerd’ uitziende kerkgangers, iedereen helpt u graag op weg.

Voor de viering begint zijn er de afkondigingen: bijzonderheden uit parochie of kerkbestuur. Dan klinkt de bel.

Openingszang
Terwijl we staan zingen we een lied dat ons de dienst inbrengt. Onder het zingen van het lied is de intredeprocessie: de priester, lector en de misdienaars begeven zich naar het altaar.

* Een intredeprocessie van achteruit de kerk naar voren, heeft NIET tot doel dat de priester* goed gezien wordt – alsof het om hem zou gaan ! – maar is het begin van de viering, waarbij de priester + assistenten vanuit het volk opgaan naar het altaar!

Groet
De pastoor* groet met de woorden: “Genade zij u en vrede van God onze Vader, van Jezus Christus de Heer en van de heilige Geest”. De gemeente antwoordt: Amen.

Schuldbelijdenis
Zo tegenover de Heilige staand, beseffen we onze eigen tekorten. Dit spreken we hardop uit, geknield of staande.

Kyrië
We vragen (zingend en nog steeds geknield) God of Hij zich over ons ontfermt, zich naar ons toekeert: “Kyrie eleison” (“Heer, ontferm u”). Dit is het eerste lied van de vaste misgezangen. Op de orde van dienst staat uit welke mis we die zondag zingen.

De lofzang “Gloria”
Het Kyrie wordt direct gevolgd door het Gloria. Uit dezelfde misuitvoering. Na de inzet van de priester gaan we zitten. Het Gloria is ontstaan uit de engelenzang “Gloria in excelsis Deo”, “Ere zij God in den hoge”, zoals beschreven in het evangelie naar Lucas. Verbonden met het Kyriëgebed draagt het de smeekbede verder. In bepaalde, sobere tijden van het kerkelijk jaar, zoals de vasten en de advent, wordt het Gloria niet gezongen.

Gebed van de dag

De priester (staande voor zijn zetel*) zegt of zingt het gebed dat aangegeven staat in het kerkboek, zie orde van de dienst. top 

Eerste schriftlezing
Een van de gemeenteleden leest een bijbelgedeelte. De eerste lezing is genomen uit het Oude Testament of – soms – in de Paastijd uit de Handelingen van de Apostelen (Nieuwe Testament).

Graduale of eerste antwoordpsalm
Een stukje gezongen Schrift, genomen uit de Psalmen.

Tweede schriftlezing
In deze lezing (meestal gelezen door de lector) wordt een deel uit het Nieuwe Testament – uitgezonderd de Evangelien –  gelezen.

Halleluja of tweede antwoordpsalm
Halleluja betekent “Looft de Heer”.

Evangelielezing
De derde lezing wordt altijd genomen uit een van de vier evangelieboeken, Matthëus, Marcus, Lucas of Johannes en wordt gedaan door – indien aanwezig de diaken en zo niet, dan door – de priester. Voor de lezing tekent hij/zij een kruis op de Evangelietekst, vervolgens op zijn hoofd, mond en hart. (Dat wij het horen, belijden en leven). De gemeente luistert staande naar de woorden van de goede boodschap.

Acclamatie
Acclamare komt uit het Latijn en betekent: toejuichen. In een korte zang benadrukt de gemeente het gelezene.

Prediking
De priester verkondigt, leert en overdenkt uitgaande van de gelezen gedeeltes van de Heilige Schrift en brengt een verbinding aan tussen de Schriftlezingen en het leven van alledag.

Geloofsbelijdenis
Het credo (geloofsbelijdenis, soms de uitvoering van Nicea, soms de apostolische geloofsbelijdenis) wordt staande gezongen of gesproken. Bij de regel “En hij is mens geworden” buigen we het hoofd uit eerbied.

Voorbeden
Terwijl de gemeente knielt – of staat – spreekt de lector (in het middenpad) de voorbeden uit. Men bidt voor de wereld, de kerk, personen en de persoonlijke intenties. De persoonlijke gebeden kunnen vooraf genoemd worden bij de priester of in stilte worden gebeden.
De gemeente neemt de onderdelen van de voorbeden telkens over met een korte zang (acclamatie): “Wij bidden U, verhoor ons” of een andere aangegeven tekst.

Vredegroet
Als teken van verbondenheid met elkaar groeten we de mensen om ons heen met een handdruk en wensen we elkaar de vrede van Christus. Geen slap handje of een gemompelde wens, maar een stevige en oprechte begroeting in de gemeenschap, die we met elkaar beleven.

Opdracht van de gaven
Terwijl een lied wordt gezongen brengen de misdienaars de ampullen met wijn en water, kelken en schalen met brood naar het altaar en vervolgens worden de geldelijke gaven verzameld door parochianen en ook naar het altaar gebracht. De priester zet het brood en de wijn klaar. In een gebed bidden we dat de gaven tot eer van de Heer mogen zijn en tot heil van Zijn kerk.

Eucharistisch gebed

Eucharistie is Grieks voor dankbaarheid, lofzegging. We zijn dankbaar voor de gaven van brood en wijn en loven de Here God voor Zijn heiligheid. Er staan verschillende uitvoeringen van het eucharistisch gebed in het kerkboek. In de orde van dienst staat aangegeven voor welk gebed is gekozen. In het gebed klinken de woorden die Jezus bij zijn laatste maal heeft gesproken.

Het Gebed van de Heer
Samen zingen we de woorden die Jezus zijn leerlingen leerde “Onze Vader…”,

Breken van het Brood
Als de priester het Brood breekt, wordt het misgezang ‘Agnus Dei’ gezongen: ‘Lam Gods, dat wegneemt de schulden van de wereld, ontferm u over ons’

Uitnodiging
Op de uitnodiging “Zalig zij die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal van het Lam” antwoordt de gemeente 3x of 1x met de woorden uit het evangelie: “Heer, ik ben niet waardig dat gij tot mij komt, maar spreek slechts een woord en ik zal gezond worden” Daarbij “slaat” men zich met de rechtervuist op de borst.

Communie
Latijn voor Gemeenschap. De aanwezigheid van en de gemeenschap met de Heer krijgt gestalte in delen van brood en wijn: Lichaam en Bloed van Christus.

Wie nemen deel aan de communie? In onze orde van dienst staat het zo beschreven:
‘Ieder die gedoopt is, in zijn / haar eigen kerk deelneemt aan de tafel van de Heer en samen met onze parochie de tegenwoordigheid van die Heer wil vieren, wordt uitgenodigd tot de heilige communie.’

Nadat de priesters en misdienaars de communie ontvangen hebben, lopen de parochianen naar voren om te knielen (indien mogelijk – anders staan) aan de communiebanken. U kunt op verschillende wijzen communiceren: u neemt de hostie op uw hand aan en doopt deze zelf in de kelk / u ontvangt de hostie – die door de priester is ingedoopt in de kelk – op uw tong / u ontvangt de hostie op uw hand en drinkt uit de kelk. 

Indien u niet wilt of kunt communiceren kunt u aan de communiebank de zegen ontvangen.

Gezang na de Communie
Na de communie wordt een gezang gezongen.


Kinderkerk
(indien van toepassing)
De kinderen komen weer terug en vertellen wat zij gedaan en/of gemaakt hebben. Daarna geeft de pastoor hen de zegen.

Gebed na de Communie
En vervolgens wordt er gebeden.

Looft en Dankt
Pastoor en gemeente danken de Heer voor Zijn goede gaven. De gemeente antwoordt. (Dit wordt de eerste keer even lastig voor degene onder ons, die niet vlekkeloos gregoriaans notenschrift lezen, maar alles went)

Zegen
In het Oude Testament (in het boek Numeri, hoofdstuk 6, vers 24) wordt aan de priesters de opdracht gegeven om aan het eind van de samenkomst Gods Naam op de gemeente te leggen. Onze viering wordt afgesloten met een door de priester uitgesproken zegen. Zo mogen we weer verder gaan, de nieuwe week in.

Slotzang
Onder het zingen lopen priester en assistenten vanaf het priesterkoor naar achter in de kerk.
Na het zingen van het laatste lied verlaten we de kerk.

Na de dienst
Elkaar ontmoeten en spreken kan natuurlijk buiten op het kerkplein of op straat. Wie wil zitten en/of zin heeft in een kop koffie of thee daarbij is – tot op heden alleen op de eerste zondag van de maand – van harte welkom in “Verenigingsgebouw Egmond”, het gebouw om de hoek van de kerk.

De eigen plaats van de priester mag geaccentueerd worden door een ietwat bijzondere stoel, een zetel. Niet omdat de priester zo’n geweldig mens is, maar omdat hij als priester Christus als hoofd van zijn gemeenschap present stelt en daarom de “vergadering van gelovigen” voorzit. De samenkomst blijkt door die aparte stoel meer te zijn dan zomaar een clubje mensen. Het gaat om mensen die bij Christus komen. Hij, Christus zelf, is de gastheer van alle aanwezigen. Hij ontvangt ons in zijn huis, in zijn gemeenschap. Het is om díe reden dat de stoel eind 2010 verplaatst is van de – vanuit de kerk gezien – linkerzijde van het priesterkoor (waar deze stoel verdekt was opgesteld achter de ambo en de priester niet zichtbaar was, bijvoorbeeld tijdens de eerste en tweede Schriftlezing) naar de rechterzijde van het priesterkoor, omdat deze op díe plek beter zichtbaar is en zo ook de priester goed zichtbaar is tijdens de gehele viering.