Vanuit het Kerkkoor

Op het moment van schrijven zijn we midden in de vastentijd. Een tijd van bezinning; een tijd, waarin we tijdens de mis niet het Gloria zingen en ook niet al te vrolijke misgezangen. Op 4 maart vierde Neeltje Gul-Wijker haar 90e verjaardag! Ze zit ook al een record aantal jaren op het kerkkoor: 77 jaar. En ze is een trouw lid. Als het even kan is ze bij iedere repetitie, zondagse dienst en uitvaart aanwezig om haar partijtje als alt mee te zingen. 

We bereiden ons als koor weer voor op Pasen. Het belangrijkste feest binnen het Christendom. Pasen en ook Palmpasen kennen prachtige liederen. Een feest om te zingen; het liefst doen we dat met zoveel mogelijk zangers en zangeressen op het koor. Het is prima, dat er met Kerstmis en Pasen zich altijd enkele gastzangers melden, maar het is jammer dat er zich maar weinig tot geen nieuwe mensen melden om mee te doen. Ze weten niet wat ze missen: Meezingen binnen een sociaal en meevoelend koor. Gezelligheid, af en toe lachen, serieus instuderen, mooie uitvoeringen wisselen elkaar af en het gevoel dat je de mensen in de kerk wat biedt. Het kan troost zijn, maar genieten van mooie muziek en meezingen met ons horen er ook bij. Dus voel je geroepen en kom eens kennismaken!

Op de achterkant van het kerkblaadje staan voor de komende tijd de namen genoemd van de weekdagen met af en toe de Heiligen, wiens naamdag het dan is. Zo stonden  ervoor zaterdag 7 maart de namen Perpetua en Felicitas  op, martelaressen. 

Keizer Septimius Severus had in 202 een wet uitgevaardigd, dat iedereen, die zich tot het Christendom bekeerde, de doodstraf zou krijgen. 

Vibia Perpetua, van rijke aristocratische afkomst, en Felicitas haar slavin, die hoog zwanger was, werden gearresteerd. De vader van  Perpetua was een heiden, maar haar moeder en twee broers hadden zich bekeerd tot het Christendom. Perpetua en een andere broer waren catechumenen, dat wil zeggen ze waren zich aan het voorbereiden op de doop. Met hen werden een andere slaaf genaamd Revocatus en twee vrije mannen Saturninus en Secundulus aangehouden. Hun vriend en leraar Saturus voegde zich vrijwillig bij hen in de gevangenis. Felicitas wilde samen met de anderen gedood worden en bad om een spoedige bevalling, want zwangere vrouwen werden niet gedood. Prompt beviel ze van een dochter.

Op 7 maart 203 werden de mannen voor wilde dieren gegooid (een luipaard, een beer en een everzwijn); de vrouwen werden naakt voor een wilde koe geleid. Een naakte tengere vrouw en een naakte vrouw, die net bevallen was, vonden de toeschouwers misplaatst en werden ze gekleed in wijde mantels, waarop ze door gladiatoren met het zwaard gedood werden. 7 Maart is hun feestdag.

Het bijzondere is dat Perpetua er over geschreven heeft. Het verslag heet Passio sanctarum Perpetuae et Felicitatis. Het is de eerst bekende tekst door een christelijke vrouw. De details van de executie werden later toegevoegd en waren nog uitgebreider dan wat ik nu beschreef. Begrijpen doe ik het niet. Welke moeder van een baby wil nu graag dood? Hun samengevoegde namen betekenen ook nog eens “eeuwig geluk”.

Ik ben eens gaan spitten en vond op het internet het boek: “Het Romeins Martelaren boek”  uit 1927 en heruitgegeven in 1952.   

Als je dit leest, en ik heb maar een klein stukje gelezen, stijgen je haren je ten berge. Het beschrijft de martelaren in het Romeinse Rijk gedurende de eerste 400 jaar van het Christendom, inclusief hun martelingen. In veel gevallen lijkt het wel of er mensen bij waren, die de dood als martelaar zochten en het martelaarschap verheerlijkten om een plek in het paradijs te veroveren.

Perpetua en Felicitas werden begraven in Carthago (tegenwoordig Tunesië). Op hun graf werd later een basiliek gebouwd. Ze zijn beschermheiligen voor gehuwde vrouwen en jonge moeders.

Veel van deze verhalen zijn legendes. Maar het verhaal over Perpetua is waarschijnlijk wel waar. Haar verslag werd in de 16e eeuw ontdekt door de Duitse filoloogLucas Holstenius en authentiek bevonden.

Kees Visser

NB Een filoloog is iemand, die zich bezig houdt met dode talen.