Ondertussen in de RKK in Alkmaar

Pastoor Jan-Jaap van Peperstraten

Ik ben blij met onze wijwaterzuil, die wij twee weken geleden feestelijk hebben ingezegend. Niet alleen omdat we nu weer wijwater kunnen gebruiken maar ook om wat het symboliseert: met creatieve oplossingen houden we het kerkelijk leven in stand.

Een paar weken geleden las ik in een andere krant een opiniestuk met als strekking dat de kerk zich moet bezinnen op haar falen tijdens de coronacrisis. Hoewel het mogelijk is dat opiniestukken soms voor enige ergernis zorgen, bleef juist déze bijdrage mij langer dan normaal dwarszitten. Het zat als een graatje in mijn keel.

Waarom zat het me zo dwars? Om te beginnen ben ik er van overtuigd dat een gerichtheid op onze mislukkingen eerder verlamt dan aanzet tot verandering. Het kan zelfs een obstakel zijn voor de toekomst. Als je weer een  brief krijgt van die éne parochiaan die je feilloos meldt wat er nu weer niet goed ging, krijg je geen vleugels, eerder een zinkend gevoel.

En er gaat altijd wel iets niet goed: van een verhaspelde voorbede of een storende fout in het parochieblad tot beleidskeuzes die niet opleverden wat we er van hoopten. Het is ook een ijzeren wet dat als iets niet goed gaat er áltijd iemand gereed staat om er wat van te zeggen.

Je vindt helaas  zelden een brief op de mat over wat wèl lukte, wat wèl goed ging. En dat is nu juist wat me van het hart moet: ik heb zoveel goed zien gaan in de kerk.

Natuurlijk is het makkelijk een lijst te maken van wat er allemaal gemist wordt – van samenzang tot gezellig koffiedrinken – maar als we onder de oppervlakte kijken en zien wat er wél gebeurd is, hoeveel we wél doen, ben ik daar diep van onder de indruk.

In de donkerste maanden van het voorjaar hebben we de kerk kunnen openhouden als plaats van stilte en gebed. We hebben digitale initiatieven ontplooid, we hebben door heel het voorjaar – zij het met beperkingen – waardige uitvaartvieringen kunnen houden en zijn zo vroeg mogelijk weer begonnen met de zondagse eredienst. Op die eerste zondag zaten er maar twaalf mensen in de kerk: daar kun je dan óf over mopperen óf je kan zeggen: dit is weer het zaad van het nieuwe begin. De opkomst is nu ongeveer driekwart van wat normaal is en wie ontbreekt, blijft verbonden via de stream. Het gaat best goed in de kerk.

Ook voor de nabije en verdere toekomst zie ik bij betrokken vrijwilligers de goede ideeën tijdig opborrelen en men blijft bereid er de schouders onder te zetten. Dat is kostbaar.

Natuurlijk vallen er gaten. Niet alle problemen zijn oplosbaar en we weten niet hoe lang de crisis nog duurt. Maar zolang er veerkracht is in de gemeenschap en een levend geloof dat ons draagt, blijft het goed gaan met de kerk, ongeacht wat er allemaal niet kan of niet mag. 

En als we ons kerkgebouw weer verlaten om de wereld in te gaan, staan we nog even op het pedaal van de wijwaterzuil, zodat we gezegend en wel ook anderen weer tot zegen kunnen zijn. En we zijn het beste anderen tot zegen als we bemoedigen en ondersteunen, zodat het ook in stad en land mag blijven goed gaan.