Dát zou een vraag kunnen zijn die zomaar bij u opkomt, zéker nadat ons kerkgebouw in de maanden april en mei (en ook nog een klein stukje in juni) een onderhoudsbeurt heeft gehad. Er was sprake van renovatie én restauratie.
Wát is er nou eigenlijk aan het kerkgebouw gedaan? Wát u kunt zien is dat er schilderwerk gedaan is, veel schilderwerk. Aan de oostzijde, de westzijde en de zuidzijde. Aan de zijkanten van de kerk werden alle raamkozijnen geschilderd. Daarvoor moesten eerst de zware voorzetramen verwijderd worden. Vervolgens kreeg het hout een schoonmaakbeurt en werden de slechte verlagen verwijderd. Daar waar sprake was van houtrot werd het hout hersteld.
Om bij deze ramen te kunnen komen werd een hoogwerker ingezet. Het inzetten van deze hoogwerker leidde soms tot wat overlast voor de directe omgeving. Zonder deze overlast was het ook niet mogelijk om de werkzaamheden uit te voeren.
Tevens werd de voorzijde van de kerk geschilderd: de drie grote raamkozijnen werden aan twee zijden geschilderd: van buiten en van binnen. Voordat deze kozijnen aan de binnenzijde geschilderd konden worden, werd eerst de voorzetramen – aan de binnenzijde ! – verwijderd. Ook een flinke klus omdat het hier grote ramen betreft. Deze voorzetramen waren tientallen jaren niet verwijderd. Een schilderbeurt was hard nodig. Enkele delen van het kozijn aan de voorzijde-west werd geheel verwijderd omdat schilderen geen zin had vanwege de staat van het hout. Het betrof hier 4 x een raamwerk dat uit negen kleine raampjes bestaat. Het houtwerk werd geheel nieuw gemaakt (middels eikenhout – net als het orgineel) en de raampjes werd ook nieuw (net als de bestaande raampjes) erin geplaatst. Je moet weten om welk onderdeel van ’t kozijn ’t gaat anders zie je het echt niet. Knap staaltje vakwerk.
Tevens – en dát hebt u natuurlijk gezien wanneer u de kerk passeerde, of nog beter, naar de kerk kwam – het kaalhalen van de voordeuren van de kerk en de pastorie, én het opnieuw aanbrengen van een stevige lak laag. Voor het aanbrengen van een aantal laklagen op de deuren hebben de schilders gebruikgemaakt van botenlak: stevige, harde lak, die bestand is tegen zand, water, zout. Wel zo handig in Egmond aan Zee.
Wat er ook geschilderd is zijn de galmluiken boven in de toren – daar waar de twee luidklokken hangen en ook daar waar – zichtbaar – de vier wijzerplaten hangen. Daarvoor werd een hele grote kraan ingezet. Tevens werd een grote kraan ingezet om het kruis óp de torenspits te kunnen herstellen wat betreft de bevestiging ín de spits. Het kruis kan weer heel wat jaren daar blijven staan. De goten van de toren werden ook vervangen en dat was hard nodig. Beide goten zijn van koper. Tentijde dat het eerste deel van dit koper werd aangebracht werd de pastoor ook uitgenodigd om in te stappen en met de hoogwerker mee naar boven te gaan, zodat hij zelf kon zien hóe er gewerkt werd. Indrukwekkend zoals de werkzaamheden op deze hoogte konden worden uitgevoerd.
Tevens zijn er op heel wat plaatsen herstellingen gedaan aan het voegwerk. Aan de voorzijde van de kerk kunt u, links naast de twee hoofddeuren voegwerk bespeuren. Aan de achterzijde rondom de schoorsteen en ook aan de achterzijde van de oost-sacristie. Tevens werd er voegwerk hersteld aan de oostzijde van de kerk die grenst aan de pastorie. De steiger is op die plaats het langst blijven staan. Misschien is het u opgevallen.
Wat u misschien ook is opgevallen is dat een klein deel van het kerkhek tijdens de periode van de werkzaamheden verwijderd was. Dat is gedaan om zó een parkeerplek voor een werkbus te realiseren. En binnen het kerkhek stond ook een schaftkeet én een toilet voor de werklieden. Het gebeurde soms dat toeristen ook gebruik wilden maken van ’t toilet. Met toestemming van de werklieden mocht dat dan.
Ook kreeg de schuur van de pastorie, welke tegen een gedeelte van de oostmuur van de kerkgebouwd is deels een nieuw dak én twee nieuwe kozijnen + ramen. Het uiterlijk van deze schuur ziet er weer goed uit. Het lijkt wel een tuinhuisje J .
Al deze werkzaamheden werden gedaan ná toestemming van de bisschop van Haarlem. De voorbereidingen van het onderhoud bestreken een periode van ongeveer anderhalf jaar. Een rapport werd opgemaakt door Monumentenwacht – dát gebeurt elke twee jaar. Door het door het bisschoppelijk bureau van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland aanbevolen bouwbureau Lakerveld, maakte vervolgens op basis van dit uitgebreide rapport en eigen rapport, met daarin weergegeven wélke herstel- en onderhoudswerkzaamheden de komende zes jaar zouden moeten plaatsvinden.
Als kerkbestuur wilden we geen periode van onderhoud van zes jaar, maar alle onderhoudswerkzaamheden welke voor deze zes jaar op de rol stonden in één onderhoudsbeurt uitvoeren. De spreiding was niet vanwege het niet nodig zijn van ’t onderhoud, maar vanwege de benodigde financiele middelen. En door nú alle werkzaamheden te combineren, konden we in ieder geval besparen op een aantal kostenposten.
Vervolgens werden bedrijven benaderd om aan de hand van het opgestelde bestek een offerte uit te brengen voor de werkzaam-heden zoals beschreven in ’t bestek. Het vinden van bedrijven die wilden offreren was soms wel een klus. Maar uiteindelijk lukte het om voor de werkzaamheden meerdere offertes te hebben. Deze werden met elkaar vergeleken en uiteindelijk werd er door het bouwbureau Lakerveld een advies aan het kerkbestuur uitgebracht omtrent de te kiezen bedrijven. Dit advies werd gedeeld met de bisschop van Haarlem, die voordat hij een besluit nam, eerst advies vroeg en kreeg van de commissie Financien en Materieel van onze kerk.
Zoals u kunt lezen, al met al een heel traject en heel wat vergaderingen die gehouden werden voordat de werkzaamheden konden beginnen. Tijdens de periode van werkzaamheden werd er één keer in de veertien dagen bouwoverleg gehouden in aanwezigheid van de pastoor. Tussendoor kwamen ook al de rekeningen binnen voor de werkzaamheden die gedaan waren. Gelukkig waren er voldoende financiele middelen aanwezig om deze rekeningen ook te kunnen betalen. De parochie had een subsidie ontvangen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed voor díe kosten van deze onderhoudsbeurt die voor subsidie in aanmerking zouden komen. Het totaal bedrag dat voor subsidie werd ingediend bedroeg € 160.000,00. Op dit bedrag zouden wij maximaal (!) 50% subsidie kúnnen krijgen. Groot was de blijdschap toen bleek dat onze parochie de maximale subsidie werd toegekend.
Maar: een voorbeeld: er kán subsidie worden toegekend op het onderhoud van de kozijnen, het schilderwerk. Dat er, om dit onderhoud te kúnnen uitvoeren, voorzetramen verwijderd moesten worden, dát kwam geheel voor rekening van de parochie. Daar kregen we geen subsidie op. Het totale bedrag van ontvangen subsidie zal uiteindelijk bijna € 80.000,00 bedragen. Betekent dat de parochie zélf ook een dergelijk bedrag moet inbrengen. Daarbij komen dan nog de kosten van alles wat niet voor subsidie in aanmerking komt en daarvoor gaan we uit van nogmaals een bedrag van € 80.000,00.
En u denkt nu – zo stel ik mij voor – waar komt dát geld dan nu vandaan? Van u! Want ook dit onderhoud van ons kerkgebouw dragen we samen. Daarom aan u de oproep tot een éxtra bijdrage aan uw eigen parochiekerk voor het kunnen (blijven) onderhouden van onze St. Agneskerk in Egmond aan Zee.
De rekeningen voor deze onderhoudsperiode kunnen voor 2/3 betaald worden uit wat de parochie op de bank heeft staan – ontvangen zoals u weet – middels een legaat. Maar dát is geen structurele bron van inkomsten. Tenzij we natuurlijk als parochie elke vijf jaar een flink legaat zouden ontvangen. Aan ons allemaal dus de uitdaging om de kas van de parochie voor ’t onderhoud van ’t kerkgebouw te vullen.
Dat kan middels het storten van uw (extra) bijdrage op bankrekening NL 32 RABO 0315 7032 45 t.n.v. Oud-Katholieke parochie H. Agnes, Egmond aan Zee.
We zijn elkaar dankbaar voor elk bedrag! Uiteindelijk betalen we het onderhoud van ons kerkgebouw zelf! En dát hopen we in de toekomst ook te kunnen blijven doen.
Het kerkbestuur