Wát gaat ’t worden: herinrichting – hoe staat het er voor?
In het kader van orientatie omtrent de (mogelijke) herinrichting van ons kerkgebouw, het volgende artikel:
Het kerkbestuur is benieuwd naar uw reacties op dit artikel.
Lees in dit kader ook het beleidsplan van de parochie: LINK
Het kerkgebouw heeft 450 zitplaatsen. Een aantal bezoekers van kerkdiensten dat gelijk is aan het aantal zitplaatsen wordt eigenlijk nooit meer bereikt. Het kerkgebouw is daarmee geworden tot een veel te grote jas. Overwogen moet worden – in overleg met de gebouwencommissie en een daartoe op te richten denkgroep parochianen – op welke wijze het kerkgebouw zo kan worden ingericht dat het beter past bij het aantal kerkgangers. Gedacht zou kunnen worden aan: het verplaatsen van de kerkbanken in het middenschip naar voren. Hierdoor ontstaat een grotere ruimte achter in de kerk. De ruimte per stoel kan ook worden uitgebreid door een aantal stoelen te verwijderen. Het valt te overwegen om een dubbele glazendeur te plaatsen bij de ingang en/of een glazen ‘binnenkomst’ hal te maken, waarmee meteen de overgang van kerkentree naar kerkruimte gemaakt kan worden.
Wat te doen met onze leegstaande kerken?
Waar ooit de kansel stond, liggen nu voorraden wegwerphandschoenen en grootverpakkingen verband opgestapeld. Smetteloos wit en modern is het interieur van gezondheidscentrum It BetterSkip. Vanbuiten herinnert de vorm van het gebouw nog aan waarvoor het hier ooit op zondag volliep; vanbinnen is de metamorfose van de gereformeerde kerk van Eastermar totaal. Alleen de oude lamp in de wachtkamer en de oude kerkenbanken boven in de yogastudio verwijzen nog naar de tijd dat bewoners van het Friese dorp hier niet kwamen voor hun fysieke, maar voor hun geestelijke noden.
In het monumentale pand aan dorpsplein ’t Breed groeide de praktijk uit het jasje, vertelt huisarts Piet Wiersema. En bouwkavels waren er niet in het dorp met 1.600 inwoners. Een gelukkige omstandigheid was het daarom dat de plaatselijke gereformeerde en hervormde kerkgemeenten net ‘samen op weg’ waren gegaan in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN).
Een kerkgebouw moest geofferd worden. De keuze viel op dat van de gereformeerden, bouwjaar 1950. Niet erg karakteristiek, maar wel op een centrale plek in het dorp. Daarvoor vielen de huisarts en zijn vrouw Eltine, die de praktijk runt. ‘Anders waren we misschien uit het dorp verdwenen.
Bijna twee jaar was er verbouwd, toen ze in september 2016 hun nieuwe onderkomen betrokken. Behalve een apotheekhoudende praktijk is er ruimte voor praktijkondersteuners, thuiszorgmedewerkers, bloedonderzoek, maatschappelijk werk, een fysiotherapiepraktijk met fitnessruimte, een yogastudio en – een dagdeel in de week – een diëtist en logopedist . Dat was in de oude praktijk ondenkbaar. Het afgelegen dorp prijst zich gelukkig. Eltine Wiersema-van Til: ‘We zijn er voor de gemeenschap, net zoals de kerk dat was.’
Reddingsplan
Nederland heeft nog zo’n zesduizend kerken. Maar steeds minder mensen gaan naar de kerk. Vooral daardoor zal 30 procent tot misschien wel 80 procent de komende jaren hun oorspronkelijke religieuze functie verliezen. Geld is er tekort en sloop dreigt. Minister Ingrid van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) stelde daarom onlangs 13,5 miljoen euro beschikbaar om ‘kerkenvisies’ te ontwikkelen: een gezamenlijk toekomstplan voor alle kerken in een gemeente.
‘Het is een enorme opgave. Het water staat veel kerkeigenaren aan de lippen’, zegt projectleider Frank Strolenberg van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Betrokkenen hebben vaak tegengestelde belangen en ideeën. Een erfgoedorganisatie wil graag monumentale kerken behouden, bewoners het icoon in hun dorp of wijk, overheden hechten aan een maatschappelijke invulling. ‘Keuzes worden onvermijdelijk.’
Soms komen hele dorpen tegenover elkaar te staan, ziet Strolenberg. ‘Kerken liggen mensen na aan het hart. Emoties kunnen hoog oplopen. Je hoeft maar naar een kerk te wijzen en er ontstaat al discussie.’ Toch, zegt hij: er worden in toenemende mate creatieve oplossingen gevonden. ‘Nederland heeft daarin internationaal een voorbeeldfunctie.’
Kerken waren al een gebruikelijke locatie voor lezingen, concerten en tentoonstellingen. Tegenwoordig bieden ze ook onderdak aan musea, maatschappelijke instellingen, bedrijven, boekhandels en bed and breakfasts. In Den Haag is een kerk zelfs ingericht als trampolinespringhal. In de lounge (het oude altaar) voor in de kerk kunnen ouders en begeleiders een kopje koffie drinken. Strolenberg: ‘Alleen een bordeel in een kerk is er niet.’
Wie in een kerk wil wonen, kan tegenwoordig gewoon op huizensite Funda terecht. Het aanbod is ruim en divers, net als de prijzen. Van net iets meer dan een ton voor een in onbruik geraakte kerk in Kloosterburen tot een luxueus verbouwde en klimaatneutrale kerk met pastorie in Zandvoort, inclusief Finse sauna. Vraagprijs: 3,5 miljoen.
Kerkje in Klein Wetsinge
‘In de jaren zeventig werd van zowat ieder monument een museum gemaakt. Nu is er veel meer mogelijk’, zegt Jur Bekooy. Hij werkt als bouwkundige voor de Stichting Oude Groninger Kerken, die negentig monumentale kerken in die provincie bezit. ‘Een gebouw is nooit een doel op zichzelf. Het gaat om de functie. Een kerk is net een lichaam: als je hem niet gebruikt, gaat het leven eruit.’
Een van de succesprojecten van de stichting is het kerkje in Klein Wetsinge (80 inwoners). De waterstaatskerk uit 1846 verkeerde in vergaande staat van verval, zegt Bekooy. Op aandringen van betrokken dorpsbewoners werd de kerk sinds 2005 gerestaureerd en onder architectuur heringericht.
Het idee was de thema’s landschap en voedsel uit de streek uitdragen. Er kwam een keuken in, in de vorm van twee afsluitbare ‘eieren’ van berkenfineer. In de nok kom je via een loopbrug terecht in een nieuwe cabine, vanwaar je prachtig uitzicht hebt op het Reitdiepdal.
Nicolaas Geenen (53) en zijn vrouw Inez (54), geboren Groningers, hadden twintig jaar een restaurant in Limburg. ‘Tot ik met heimwee wakker werd en dacht: we gaan terug’, vertelt Nicolaas ‘Een vriendin zei: het kerkje in Klein Wetsinge is net klaar, ga daar eens kijken. We waren meteen verkocht.’
Een duidelijk idee over de invulling en een horecavergunning was er nog niet in 2015. ‘Wij vroegen om een mandaat om het op onze manier te doen’, zegt Geenen. ‘Dat kregen we.’ Het duo serveert nu dagelijks een lunch, diner voor groepen kan op afspraak. De kerk wordt intensief verhuurd voor feesten, vergaderingen en heisessies. Ook zijn er lezingen, concerten en wisselende exposities.
Als er een besloten evenement is, kun je in het halletje koffiedrinken. ‘We zijn elke dag open, dat is de sleutel tot succes’, zegt Geenen. In het begin was er scepsis: dat wordt nooit wat. ‘Nu is de kerk de huiskamer van het dorp. Mensen zagen: we zijn niet gedoemd tot krimp en verval.’
Vergunningen
De kerken van Stichting Oude Groninger Kerken hebben allemaal een monumentale status. ‘Dat maakt het herbestemmen wel lastiger’, zegt bouwkundige Bekooy. ‘Je kunt ze niet zomaar vertimmeren.’ In Klein Wetsinge was zelfs voor het kleine kijkgat in de kerkdeur een vergunning nodig. Soms is het behelpen: de keukenkastjes kunnen niet tegelijk open, en een afvoerputje in de vloer ontbreekt. Heiligenschennis, een restaurant in een kerk? ‘Wij beschouwen kerken als maatschappelijk erfgoed, niet alleen als godshuis.’
Maar herbestemmen kost geld, veel geld. In Eastermar konden de Wiersema’s de kerk voor 55 duizend euro aankopen. Maar de verbouwing tot modern gezondheidscentrum kostte meer dan een miljoen. Dankzij de verhuur van ruimte aan de fysiotherapiepraktijk kon het uit. ‘Sloop en nieuwbouw was goedkoper geweest’, zegt Eltine Wiersema-van Til. ‘Maar we vonden het waardevol het pand te behouden. Hier is gedoopt, getrouwd en gerouwd.’
Ook de kosten voor restauratie en herinrichting van het kerkje in Klein Wetsinge liepen op tot een miljoen euro. Het zijn bedragen die te denken geven over de haalbaarheid van de herbestemming van al die andere kerken. Goedkoop is bovendien duurkoop, vindt Bekooy. ‘We hadden de uitkijkcabine achterwege kunnen laten, maar dat is net waar mensen voor komen.’
Het zijn bovendien tijdrovende projecten. Het hele traject in Klein Wetsinge duurde tien jaar. ‘Dat vonden we al best vlot’, zegt Bekooy. Plannen maken, vergunningen aanvragen, fondsen werven: ‘Daar waren we negen jaar mee bezig. Zo, nu nog even uitvoeren, zeiden we tegen elkaar.’
Draagvlak voor een nieuwe invulling is volgens de bouwkundige cruciaal. ‘De kerk is niet van jullie, maar van ons’, horen wij vaak.’ De keerzijde: iedereen heeft er een mening over. ‘Als het dorp geen boekwinkel in de kerk wil, kun je het wel schudden.’
‘Van het delen van brood en wijn naar een restaurantbestemming, dat is niet zo’n grote stap’, zegt Frank Strolenberg van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Maar de beschikbare gelden voor restauratie en herbestemming zijn niet toereikend. ‘Er moeten nieuwe verdienmodellen bedacht worden. Appartementencomplexen, commerciële functies: dat vinden mensen lastiger, maar ook daar ontkomen we niet aan.’
Oud-katholieke kerk van St. Agnes in Egmond aan Zee
Het kerkgebouw heeft 450 zitplaatsen. Een aantal bezoekers van kerkdiensten dat gelijk is aan het aantal zitplaatsen wordt eigenlijk nooit meer bereikt. Het kerkgebouw is daarmee geworden tot een veel te grote jas. Overwogen moet worden – in overleg met de gebouwencommissie en een daartoe op te richten denkgroep parochianen – op welke wijze het kerkgebouw zo kan worden ingericht dat het beter past bij het aantal kerkgangers. Gedacht zou kunnen worden aan: het verplaatsen van de kerkbanken in het middenschip naar voren. Hierdoor ontstaat een grotere ruimte achter in de kerk. De ruimte per stoel kan ook worden uitgebreid door een aantal stoelen te verwijderen. Het valt te overwegen om een dubbele glazendeur te plaatsen bij de ingang en/of een glazen ‘binnenkomst’ hal te maken, waarmee meteen de overgang van kerkentree naar kerkruimte gemaakt kan worden.