Toekomst voor ons kerkgebouw? Herhaling van de vraag!

In een vorig Scheepje (2017-04) was deze pagina grotendeels leeg. Sommige parochianen dachten dat de drukkers een steek hadden laten vallen. Dát was echter niet het geval. De drukkers hadden – ook deze keer – hun druktaak perfect uitgevoerd. Sommige parochianen dachten dat de pastoor vergeten had de betreffende pagina op te slaan op zijn computer voordat hij op ‘print’ had gedrukt. Ook dát was niet het geval. Immers, de kop en de ondertekening stonden er wel.

Maar: het gedeelte daartussen was leeg. En ook dát leverde reacties op van parochianen die zich zorgen begonnen te maken of hun zorgen gingen uiten over de vraag: is er toekomst voor ons kerkgebouw? Toekomst voor ons kerkgebouw: ís die er? Waartoe is het kerkgebouw – waar wij en velen met ons binnen en buiten de kerk, trots op zijn – door onze voorouders in het geloof en soms ook onze voorouders in de familielijn, gebouwd? Om de lofzang Gods gaande te houden; om samen te komen als gemeente op de zondag – en verder zo vaak als mogelijk is – om de bidden, te vieren, te zingen voor Gods aangezicht, mét elkaar in dít huis van de Heer. Dáártoe is ons kerkgebouw gebouwd.

We zien natuurlijk de ontwikkelingen dat het aantal kerkgangers op de zondagen langzaamaan afneemt. Op iedere lege plaats zit een engeltje, zoals Piet van Pel, altijd zei. Maar als het de stoelen in het kerkgebouw alleen maar bezet zijn door engelen …… Maar ook nu zijn er dikwijls meer stoelen bezet door engelen dan door parochianen en anderen die we als gasten in ons midden mogen begroeten. En dát baart het kerkbestuur zorgen! Vandaar wederom de vraag: ís er toekomst voor ons kerkgebouw? Het antwoord is aan u!

Het antwoord hangt (mede) van u af, door middel van uw aanwezigheid in de vieringen in ons kerkgebouw. Een kerkgebouw als het onze in stand houden terwijl er steeds minder mensen naar de vieringen komen, doet ook de wenkbrauwen fronsen en zet aan tot nadenken over hóe de toekomst van ons kerkgebouw er uit komt te zien. Er is nagedacht over een ‘herinrichting’ van ons kerkgebouw. Hierover heeft u kunnen horen in de voorjaars-gemeentevergadering van 2018. Bij de herinrichting moet onderscheid gemaakt worden tussen omkeerbare en niet-omkeerbare aanpassingen.

 

De stoelen op een andere wijze groeperen – zoals nú ook al gebeurt, bv. bij de Vespers of op Nieuwjaarsdag – dat vraagt geen grote investering (helemaal niks) en kan zo weer ongedaan gemaakt worden. Zo ook wanneer we het de banken tussen de achterste pilaren één pilaar naar voren zou den plaatsen en we de ontstane ruimte kunnen inrichten met tafeltjes en stoelen voor ’t koffiedrinken ná de viering. Het aanbrengen van een glazen wand of glazen toegangsdeuren met of zonder een glazen toegangsportaal ligt even anders. Zo hoorden we in de gemeentevergadering dit voorjaar.

Het ene richt zich op een inrichting die de aanwezigen meer betrokken doet zijn op de liturgie – we zitten dan immers minder verspreid door ’t kerkgebouw – meer naar voren dus en een andere inrichtingswijziging – de glazentoegangsdeuren – dragen bij aan een betere regulering van warmte en koud: de warmte binnen houden en de kou buiten en tóch een visuele verbinding met binnen en buiten kunnen realiseren.

Is er toekomst voor ons kerkgebouw? Het antwoord hangt ook van u af wat betreft uw bereidheid tot een financiële bijdrage aan onze parochie. Met het onderhouden van een kerkgebouw is veel geld gemoeid. Zeker als er grote onderhouds-werkzaamheden gedaan moeten gaan worden, en die staan op de rol voor de komende jaren: voegwerkzaamheden aan de toren en schilderwerkzaamheden aan de oost en westzijde van het kerkgebouw én ook aan de toren. Het lijkt nu dat deze werkzaamheden in het voorjaar van 2019 gaan plaatsvinden.
|
We mogen ons verheugen in een subsidie van Rijkswege waarbij we tevens het totale bedrag van de rijkssubsidie ook als bedrag zélf moeten inleggen (50/50). Maar veel werkzaamheden die ook uitgevoerd moeten worden, zoals bv. het verwijderen van de zware voorzetramen, komen niet voor subsidie van Rijkswege in aanmerking. En dát zullen we dus zelf moeten gaan bekostigen. Het vraagt om een grote inspanning van ons allemaal om de komende jaren het onderhoud van ons kerkgebouw financieel mogelijk te maken en daarmee te antwoorden op de beginvraag. Het antwoord is aan u!

Is er toekomst voor ons kerkgebouw? De vraag blijft staan!

Pastoor Rudolf Scheltinga