Rijsjesdag in Egmond aan Zee

Sacramentsdag

De Nieuwe Nierep

Rijsjesdag in Egmond aan Zee

Albert van der Zeijden

(uit: Geestgronden. Egmonds Historisch Tijdschrift 14 (april 2007) nr. 1) 

Al wat oudere Egmond aan Zee-ers kunnen het zich nog uit hun jeugd herinneren. Op Sacramentsdag was het gebruik om in de duinen rijsjes te plukken. In huis werden de rijsjes op een stoel of een schotel gelegd, de volgende ochtend lag er snoepgoed onder. Het gebruik heeft de mysterieuze naam De Nieuwe Nierep, ook wel gespeld als de Nieuwe Nierop. Enig zoekwerk leerde mij dat de Nieuwe Nierep – zij het kort! – vermeld wordt in enkele overzichtswerken over de geschiedenis van Egmond. Zoals bijvoorbeeld in Derper-hoever-binder, dat in 1969 verscheen bij Uitgeversmaatschappij Kruseman in Den Haag onder redactie van Kathinka Lannoy en Bob Denneboom. Lannoy en Denneboom weten te vertellen dat het gebruik ook wel “rijsjesdag’’ genoemd werd. De Nieuwe Nierep wordt verder vermeld in het Egmonds dialectwoordenboek uit 1998. Daar wordt De Nieuwe Nierep als volgt omschreven: “Gefantaseerd persoon op sacramentsdag; legendarisch figuur. (soort Sinterklaas). Kinderen kregen van hem snoep etc. Deze dag werd gevierd op de donderdag tussen de 1e en 2e zondag na Pinksteren. Na WO 2 is het gebruik in verval geraakt. Volgens kenners een typisch Derreper volksgebruik: `Hij kwam op raisiesdag en als je raisies in je olsters dee, lagen er later snoepies onder.’’’

  

Slechts in het Derp

Navraag in Egmond leerde mij dat het gebruik slechts bekend is in Egmond aan Zee. Mijn schoonvader, die sinds zijn trouwen halverwege de jaren vijftig in Egmond aan Zee woont maar geboren en getogen is in Egmond aan den Hoef, had er bijvoorbeeld nog nooit van gehoord. Ik besloot te informeren bij Derpers van voor de oorlog. Ik begon bij onze vakantiebuurvrouw op het strand Truus van der Steen, omdat ik wist dat zij goede contacten had in de Oud-Katholieke Kerk. Truus zelf, die altijd onderwijzeres is geweest, kende het gebruik niet uit eigen ervaring, maar had er wel van gehoord, op de kleuterschool van Juffr. Corrie. Truus wist ook te vertellen dat pastoor Münch, van de Oud-Katholieke Kerk, een paar jaar geleden het gebruik nieuw leven had ingeblazen: in de voorbereiding naar de Eerste Communie had hij rijsjes onder de stoel gelegd van de communicanten. Op mijn verzoek deed Truus navraag in de Prins Hendrikstichting. Drie Oud-Katholieke dames van respectievelijk 89, 86 en 90 bleken het gebruik nog uit eigen ervaring te kennen. Aan de vooravond van Sacramentsdag werd tegen ze gezegd dat ze in de duinen rijsjes moesten zoeken, de één moest ze in de schuur leggen, de ander op een stoel. De volgende dag lagen er versnaperingen onder. Dat had de Nieuwe Nierep gedaan, al wist één van de dames wel beter: “je moeder legde het neer, hoor’’. Geen van de drie dames wist waar het gebruik vandaan kwam. De Nieuwe Nierep zou een oude man met een baard zijn, maar eigenlijk had niemand een voorstelling van hem. Wèl werd gezegd dat de kinderen lief moesten zijn: anders zou je geen snoepgoed krijgen. De Nieuwe Nierep werd gevierd in familiekring en had niets te maken met kerk of school.

Omdat het naar mijn mening geen toeval kon zijn dat het feest op Sacramentsdag werd gevierd, nam ik contact op met de al genoemde pastoor Münch met de vraag of ik bij hem oude parochieblaadjes mocht inzien, liefst van voor de oorlog. De oogst bleek mager. In hetGemeenteblad voor de Oud-Katholieken van Egmond en IJmuiden en omgeving, dat verscheen vanaf 1933, vond ik bijvoorbeeld niets. In De Van Speyk, zoals het blaadje na de oorlog heette, vond ik in nr. 5 van 1949 slechts een ultrakorte verwijzing, in een rubriek gewijd aan het Egmonds Dialect. Eén van de dialectwoorden die behandeld wordt is: “De Nieuwe Nierp: fantastisch persoon op Sacramentsdag’’.

Münch zelf, die van Duitse afkomst is, vertelde dat hij een paar jaar geleden een kerkelijke draai heeft proberen te geven aan het oude verdwenen volksgebruik, waarvan hij tien-twaalf jaar geleden had gehoord toen hij in Egmond werd aangesteld. Een paar keer heeft hij rijsjes vastgeplakt aan de stoelen van communicanten.

 

Oude herinneringen

Het was op een maandag in november dat ik in de pastorie de oude parochieblaadjes zat door te bladeren. Tot mijn geluk was het op die dag een komen en gaan van vrijwilligers. Omdat bijna iedereen geboren was vóór de oorlog, bleken het ideale informanten. Piet van Pel en zijn vrouw Jansje Zwart, beide geboren in 1931, hadden als kind ook rijsjes gezocht, die ze in de hal moesten neerleggen. De volgende dag lag er dan een rolletje drop of een chocolaatje onder. Ook zij hadden van de Nieuwe Nierep geen speciale voorstelling. Volgens Piet en Jansje is het gebruik in de oorlog uitgestorven. Tijdens de oorlog kon je de duinen niet in omdat alles was afgezet door de Duitsers. Vervolgens werd heel Egmond aan Zee geëvacueerd en na de oorlog was het afgelopen. Piet en Jansje raadden mij aan contact op te nemen met Aatje Stam en Jannetje Conijn, ideale informanten omdat ze erg zouden hechten aan oude tradities en gebruiken. De sneeuwbal ging aan het rollen.

Aatje Stam, geboren in 1928, legde de door haar geplukte rijsjes op een stoel. Volgens haar deden alle schoolkinderen mee. De volgende morgen lagen er snoepjes of chocolaatjes onder. Maar ook met een sinaasappel was je al blij: het was toen armoe en veel mensen waren werkeloos. Zij ging altijd naar de kerk op Sacramentsdag, maar in de kerk werd niets over rijsjesdag gezegd. Ze had het van haar ouders en ze ging altijd zoeken met haar drie zusjes. In de oorlog raakte de Egmondse bevolking verspreid door de evacuatie, zij zelf kwam in Heiloo terecht. Na de oorlog werd het gebruik niet weer opnieuw opgepakt. Ook Aatje zei geen voorstelling te hebben van de Nieuwe Nierep, het was pas later dat ze las dat het een oude man met een baard zou zijn. Het is nog wel een levendige herinnering gebleven. Als het nu Sacramentsdag wordt, dan wil ze nog wel eens voor de grap tegen leeftijdsgenoten zeggen: “Ga je nog rijsjes zoeken vandaag?’’

Ook Jannetje Conijn, geboren in 1930, weet zich het gebruik nog goed te herinneren. Voor haar was de Nieuwe Nierep een soort van Sinterklaas met een baard, echter zonder mijter. Ook zij plukte de rijsjes in het duin en legde ze op een stoel. Na de oorlog kwam het feest niet meer uit de verf, volgens Jannetje hadden de mensen toen wel wat anders aan hun hoofd omdat ze druk waren met de wederopbouw. Zelf vond ze het echter een kostbare traditie die je in stand moet houden. Ze heeft het daarom proberen door te geven aan haar zoon, die in 1955 geboren is. Op een dag zei ze: “morgen is het Nieuwe Nierep, je moet in het duin rijsjes gaan zoeken.’’ Ze weet zich nog te herinneren dat haar zoon, die tegenwoordig in Friesland woont, er een tekening van heeft gemaakt.

 

Verklaringen

Over de historische achtergronden van de Nieuwe Nierep is het slechts speculeren. De meeste Egmonders die zich het feest herinneren, hebben geen voorstelling van de Nieuwe Nierep als een sinterklaasachtige oude man met een baard. Volgens Henk Groen, geboren in 1934 in een Oud-Katholiek gezin, was de Nieuwe Nierep zeker een eerbiedwaardig persoon, maar werd hij nooit vergeleken met Sinterklaas. Mijn vermoeden is dat dit verband pas later werd gelegd, ter verduidelijking toen de Nieuwe Nierep steeds minder bekend werd en daarom, voor jongeren die hem niet kende, werd vergeleken met de inmiddels ook in Egmond veel bekendere Sinterklaas.

Van meer betekenis is volgens mij het verband dat wordt gelegd met de crisisjaren van de jaren twintig en dertig. Egmonders hadden het toen niet breed en voor de kinderen vormde de Nieuwe Nierep een welkome afwisseling. Dit vermoeden wordt uitgesproken in een boek over de geschiedenis van de Oud-Katholieke kerk, dat in 1986 verscheen. Ik citeer: “Aan de vooravond van Sacramentsdag ging de dorpsjeugd de duinen in om rijshout te snijden. Zij legden dit op een hoopje voor de slaapkamer- of de bedsteedeur. ’s Avonds laat frommelden vader of moeder daar wat lekkers onder, ditmaal niet namens Sinterklaas, maar namens `De nieuwe Nierop’. Sommige kinderen wisten te vertellen, dat dit een man met grote zilveren tanden was.’’

Betekenisvol is echter de toevoeging: “Niet alle kinderen vonden snoepgoed onder de rijsjes. Het gebeurde maar al te vaak dat de ouders daar geen cent voor konden uitgeven. Ach, ook een appeltje onder je `rijsjeshout’ was al een verrassing! [Vanwege de visserijcrisis in de jaren 1920-1925] was de armoede groot en al trokken de kinderen onbezorgd de duinen in, voor de volwassenen zag het leven er minder rooskleurig uit.’’

Iedereen is het erover eens dat de oorlog de definitieve nekslag betekende voor de Nieuwe Nierep, al waren er incidenteel soms ouders die het gebruik dat zij uit hun jeugd kenden ook aan een nieuwe generatie probeerden door te geven. In zijn algemeenheid moet echter gezegd worden dat de Nieuwe Nierep bij een nieuwe generatie in het vergeetboek is beland.

 

Een religieuze achtergrond?

De al genoemde Henk Groen, die voor de oorlog zelf nog aan rijsjesdag heeft gedaan, is zich op oudere leeftijd gaan verdiepen in de historische achtergronden van de Nieuwe Nierep. Naar zijn mening is er een verband met de kerkelijke viering, waarom zou rijsjesdag anders gevierd zijn op Sacramentsdag? Hij wijst op de liturgie die op Sacramentsdag in de Oud-Katholieke kerk gevierd wordt en waarin verwezen wordt naar het brood uit de hemel dat op voorspraak van Mozes geschonken werd aan het Israëlitische volk. Het is een voorafschaduwing van het laatste avondmaal van Christus in het nieuwe testament. Het weggetrokken Joodse volk uit Israël leidt honger. In Exodus 16, vers 14 en 31 is sprake van een “fijn, schilferachtig laagje, [dat de woestijn bedekte] alsof er rijp op de aarde lag’’. De Israëliten begrepen het niet maar Mozes verklaarde hen: `Dat is het brood dat de HEER u te eten geeft.’ In vers 31 vervolgt het bijbelboek met: “Het volk van Israël noemde het voedsel manna. Het leek op korianderzaad, maar dan wit, en het smaakte als honingkoek.’’

Henk Groen deed deze teksten denken aan de zilverachtige rijsjes die hij in zijn jeugd verzamelde. Dat de smaak zoet als honing was, verwees natuurlijk naar het zoete snoepgoed dat onder de rijsjes werd gelegd. Hij schreef er een artikel over in het parochieblad van de Oud-Katholieke kerk.De link met het manna van Mozes deed journalist Chris Duinmeijer het vermoeden uitspreken dat de Nieuwe Nierep als een oude man met een witte baard wel eens een verwijzing naar Mozes zou kunnen zijn.Deze verklaring lijkt mij echter ver gezocht omdat de meeste ouderen die zich de Nieuwe Nierep van voor de oorlog herinneren helemaal geen voorstelling hadden van de Nieuwe Nierep, laat staan dat hij zou verwijzen naar de oudtestamentische figuur van Mozes.

De link met Sacramentsdag lijkt erop te wijzen dat het feest wel degelijk een religieuze achtergrond heeft, waarbij het snoepgoed van de Nieuwe Nierep geïnterpreteerd wordt als het manna uit de hemel. Natuurlijk, voor de kinderen en ook voor de ouders had het gebruik waarschijnlijk geen religieuze betekenis. Maar het feit dat het gebruik vooral bij oud-katholieke kinderen in zwang was, die op sacramentsdag in de preek in de kerk aan het manna werden herinnerd, lijkt mij toch te duiden op een zekere samenhang. Maar waar komt dan de naam Nieuwe Nierop vandaan?

Voor de kinderen was de Nieuwe Nierop een mythische figuur, waarvan ze eigenlijk geen voorstelling hadden. Daarbij hoorde ook een mythische naam van liefst een veraf gelegen herkomst. Het toeval wil dat achter Schagen een dorpje ligt met de naam Nieuwe Niedorp, in dialect ook wel gespeld als Nieuwe Nierep. Is het mogelijk dat de Nieuwe Nierep een fantasienaam is, die ontleend is aan dit dorpje uit de kop van Noord-Holland? Een mythische verwijzing zoals ook van Sinterklaas verteld wordt dat hij uit het ver weg gelegen Spanje komt? 

Een andere verklaring zou kunnen zijn dat de naam verwijst naar een oud-burgemeester van Egmond. Dat is de theorie van Egmonder Aad Baltus, van de redactie van Geestgronden. Pieter Nierop was van 1835 tot 1853 burgemeester van Egmond. Na zijn pensioen ging hij in de provincie Utrecht wonen. Mogelijk stond Pieter Nierop bekend om zijn giften aan bijvoorbeeld kinderen en ouderen. Na zijn vertrek werd deze rol misschien overgenomen door een mythische ‘nieuwe’ Nierop. Veel is echter nog onduidelijk. Meer onderzoek is nodig.

Ondertussen vind ik het verhaal van pastoor Münch om zich voor een kerkelijk ritueel te laten inspireren door de traditie van rijsjesdag heel leuk om te horen. Ik ben het eens met Jannetje Conijn, die stelt dat dit soort tradities het waard zijn om in stand te houden en misschien zelfs opnieuw tot leven te wekken. Het is toch een uniek folkloristisch feest uit Egmond, dat nergens anders bekend is.