Als het herfst wordt, breekt ook de tijd aan van verwachting van Gods koninkrijk. Daarbij hoort het gedenken van heiligen en overledenen. Op zondag 1 november vieren we Allerheiligen (10.00 uur) en op maandag 2 november Allerzielen (19.00 uur).
In de vorige jaren is de lijst met namen op Allerzielen steeds langer geworden. Dat wijst op een groeiende behoefte om in de kerk samen te komen en de namen van onze dierbare overledenen te laten klinken. Maar we moeten echt gaan oppassen voor de lengte van de lijst met namen. Het biddend luisteren naar al die namen is bijna niet meer te doen. Daarom doe ik de volgende oproep: natuurlijk mag u uw overledenen laten gedenken op Allerzielen, maar denkt u ook eens aan het goede, oude gebruik van de “jaargedachtenis”.
Met “jaargedachtenis” wordt bedoeld dat u op een zondag in de buurt van de sterfdatum van uw meest dierbare overledene een lijstje met namen aan de pastoor geeft om te gedenken. Zo doe ik het zelf bijvoorbeeld: enkele jaren geleden is mijn opa overleden in de maand mei en daarom gedenk ik op een zondag in mei altijd mijn opa maar ook alle verdere overleden familieleden. Het voordeel van zo’n jaargedachtenis is dat u met uw familie een eigen gedenk-moment hebt om naar de kerk te komen. Beschouw het als een goede jaarlijkse gewoonte. Wanneer meer mensen de jaargedachtenis in ere zouden houden, zou de lijst op Allerzielen iets korter kunnen worden, zodat het ook in de toekomst mogelijk blijft om de namen voor te lezen.
Ik ontvang de namen van gedachtenissen graag minstens een week van tevoren. Dat geeft de mogelijkheid om de namen een week tevoren af te kondigen en ze op het liturgieblaadje af te drukken.
Pastoor Mattijs Ploeger